Info&Tickets

Programma

R. Korsakov: Pianokwintet in Bes voor piano, fluit, klarinet, hoorn en fagot A. Schnittke: Hommage to Stravinsky, Prokoviev en Shostakovitch voor 6-handig piano I. Stravinsky: Octet voor fluit, klarinet, 2 fagotten, 2 trompetten, 2 trombones I. Stravinksy: Strijkkwartet “3 Pièces”

Uitvoerders

Studenten van LUCA campus Lemmens gaan de muzikale uitdaging aan om met hun docenten Bert Helsen [fagot, Roeland Hendrikx [klarinet], Geert De Bièvre [cello], Alessandro Cervino [piano] en Anthony De Vriendt [hoorn] muziek op het podium te brengen van bekende en minder bekende grootmeesters. Het volledige programma wordt opgebouwd rond de figuur van Igor Stravinksy, die 50 jaar geleden stierf.

Toelichting

Het kwintet voor piano en 5 blazers van Korsakov, leraar van Stravinksy, bestaat uit drie delen. Het eerste, een Allegro con brio, werd volledig in de klassieke stijl van Beethoven opgebouwd. In het tweede deel, Andante, werken de blazers een fuga uit, terwijl de piano voor een vrije begeleiding zorgt. De finale, Allegretto vivace, is een rondovorm met een aantal candenzen voor fluit, klarinet en hoorn, telkens onderbroken door octaafsprongen in de fagotpartij. Het kwintet getuigt van uniek samenspel tussen blazers en fagot.

Schnittke was een Sovjet-Duits componist en pianist. Hij benoemde zijn eigen muzikale stijl als het polystylisme, het combineren van verschillende stijlen uit verschillende periodes, en leunt met zijn schrijfstijl aan bij het postmodernisme. Zijn grote bewondering voor onder andere Stravinksy uit zich in zijn Hommage, een origineel werk voor 6-handig piano.

Op het programma staan eveneens twee werken van Stravinsky zelf. Het Octet, geschreven voor de originele bezetting van fluit, klarinet, twee fagotten, twee trompetten en twee trombones, gaat duidelijk al richting neoclassicisme: Stravinksy hanteert klassieke vormen als sonate, fuga en variaties, uit zelf zijn formalistische ideeën omtrent het Octet en geeft het overduidelijk het karakter van een divertimento mee. De “3 Pièces” voor strijkkwartet zijn een uitdaging voor elke strijker. Specifieke en vaak ook ongebruikelijke aanwijzingen op de partituur geven mee hoe Stravinsky de uitvoering ziet: ‘kort en droog’ of ‘met fijne sonoriteit’. De benamingen voor de drie delen kwamen pas later: Danse, Excentrique en Cantique.